|
Objectnummer |
SM 003357
|
Instellingsnaam |
Stedelijk Museum Ieper |
Collectie |
Gustave Coppieters
|
Titel |
Classicisme |
Vervaardiger |
Gustave Coppieters (kunstenaar) |
Beschrijving |
Gustave Coppieters de Gibson werd in Ieper geboren op 27 april 1840 en overleed te Schaarbeek op 17 oktober 1885, amper 45 jaar oud. Hij studeerde aan de Academie van Brussel, waar hij in 1862 de eerste prijs behaalde in het vak “historische compositie” en behoorde tot de selecte groep van Belgische kunstschilders die ook in het privé-atelier van Jean Portaels les volgde (waaronder klinkende namen als Léon Frederic, Edouard Agneessens, Emile Wauters, Fernand Cormon,…). In 1871 verbleef hij een tijdlang in Rome waar hij zich verder bekwaamde in het gezelschap van kunstenaars als Xavier Mellery en vooral beeldhouwer Paul De Vigne, die zijn boezemvriend werd. Gustave huwde met de Gentse Aline de Naeyere (1850-1923) in 1875. Ze kregen twee zonen, Daniël (1876-1951) en de eveneens zeer jonggestorven Albéric (1878-1902), die ook kunstschilder werd.
Coppieters maakte in zijn korte loopbaan naam als schilder van dikwijls grappige taferelen maar was ook als schrijver en musicus was bekend.
In 1876 schilderde hij het werk “Le Bourgeois et la Mort, danse macabre nouvelle”, een schilderij dat na zijn dood aan het Stedelijk Museum werd geschonken maar in 1914-1918 vernietigd.
In 1879 voltooide Coppieters twee grote schilderijen die tot de belangrijkste uit zijn oeuvre moeten gerekend worden. Ze meten twee meter bij zestig centimeter (!) en moeten als een fries na elkaar en van links naar rechts bekeken worden. Het eerste doek heet “classicisme”, het tweede heet “realisme”. Beide doeken bevinden zich nog in hun originele lijst.
Het gaat om satirische werken, een genre dat zeer zeldzaam is in de schilderkunst. Coppieters becommentarieert op een zeer grappige manier de evolutie van de schilderkunst in de 19de eeuw: hij verbeeldt schilders als een groep kleine kinderen. Op het doek dat het classicisme behandelt zien we hoe eerst het werk van hun voorgangers, de coloristen, vernietigd wordt om plaats te maken voor het bestuderen van de Klassieke Oudheid, hoe de historieschilderkunst ontstaat en hoe de Belgische Staat de officiële kunst subsidieert. Vervolgens toont hij op het doek “realisme” hoe vanaf 1850 de antieke voorbeelden veroordeeld en vernietigd worden, hoe het realisme triomfeert in de vorm van het bestuderen van een varken en de poëzie verjaagd wordt. Op het einde schildert hij een fotograaf die een foto neemt van de toeschouwer: de fotografie als toppunt van realisme.
Deze schitterende satire op de 19de-eeuwse schilderkunst is werkelijk uniek. Deze diptiek werd in 1880 tentoongesteld op de Salon van Gent en kreeg er goede kritieken.
|
Vervaardiging plaats |
Brussel |
Datum |
1879 |
Objectnaam |
olieverfschildering |
Materiaal |
olieverf, doek |
Techniek |
geschilderd |
Afmetingen |
schilderijcm
schilderijcm
lijst 66 cm
lijst 211 cm
|
|
|
Klik op de foto om deze te vergroten. (12 foto's)
|