 |
| Objectnummer |
SM 003382
|
| Instellingsnaam |
Stedelijk Museum Ieper |
| Collectie |
Schilderijen
|
| Titel |
Judith en Holofernes |
| Vervaardiger |
Jan Thomas (kunstenaar) |
| Beschrijving |
In het midden kijkt de zelfverzekerde, mooi gekleede Judith de toeschouwer aan. In haar opgeheven linkerarm houdt ze het pas onthoofde hoofd van Holofernes vast. Haar meid houdt de reiszak open waarin ze het hoofd naar hun stad zullen smokkelen. Aan de rechterkant het ontzielde lichaam van Holofernes (het bloed spuit nog uit zijn hals). Aan zijn voeten ligt zijn helm en de schede van zijn zwaard; dat zwaard houdt Judith in haar rechterhand. Aan de linkerkant een gezicht op een versterkte stad: de stad Mainz als verwijzing naar Buthalia. Het thema van dit schilder komt uit het Oude Testament en is een van de meest geliefkoosde in de westerse schilderkunst omdat het dramatische verhaal de kunstenaar veel mogelijkheden bood. Judith is een Joodse heldin: toen het Assyrische leger onder aanvoering van Holofernes de stad Bethulia belegerde bedacht zij een list. Mooi uitgedost en vergezeld van haar meid Abra drong ze door tot bij Holofernes onder voorwendsel haar stadsgenoten te verraden. Holofernes was onder de indruk, probeerde haar te verleiden en richtte een feestmaal in. Hij dronk veel te veel, viel in slaap waarop Judith hem het hoofd afhakte en dit in hun reiszak naar Bethulia meesmokkelde. Het hoofd van Holofernes werd op de stadsmuur tentoongesteld waarop het Assyrische leger op de vlucht sloeg.
De belangrijkste Ieperse kunstschilder uit de 17de eeuw was Jan Thomas. Hij werd hier geboren in 1617 en kreeg zijn opleiding tot kunstschilder en graveur in de beroemdste werkplaats van zijn tijd: het atelier van Rubens in Antwerpen. Jan Thomas gaat trouwens door als de laatste leerling en medewerker van Rubens. In 1640 werd hij vrijmeester in de Antwerpse Sint-Lucasgilde, huwde een jaar later Marie Cnobbaert, dochter van een Antwerpse drukker en verwierf in 1642 het Antwerpse poorterschap. Regelmatig voerde hij nog opdrachten uit voor zijn geboortestad. Omstreeks 1654 verliet hij onze contreien om in dienst te treden van de bisschop van Mainz om twee jaar later naar Wenen te verhuizen waar hij hofschilder werd en dit tot aan zijn overlijden op 6 september 1678.
Van zijn hand bezat het Stedelijk Museum voor 1914 vijf schilderijen die, net zoals het mooie doek in de Sint-Maartenskerk, allemaal vernietigd zijn. Jan Thomas is vertegenwoordigd in heel wat musea: het Louvre (Parijs), Praag, Wenen, Bordeaux, London, Hazebrouck, Madrid, Buenos Aires,… maar tot voor kort nog niet in België!
|
| Vervaardiging plaats |
Mainz (Bayern) |
| Datum |
1654 |
| Objectnaam |
olieverfschildering |
| Materiaal |
olieverf, doek |
| Techniek |
geschilderd, geschilderd met olieverf |
| Afmetingen |
origineel 130 cm
origineel 165 cm
lijst 148 cm
lijst 182 cm
|
|
|
|
|
|